Limburgse gerechten die je moet proeven voordat je naar huis gaat
In Limburg is alles net een beetje anders: het landschap, het taaltje, maar ook het eten. Op de menukaarten vind je typische gerechten die je nergens anders tegenkomt, zoals zuurvlees en pasteitjes. Maak kennis met enkele typische Limburgse gerechten, zodat jij tijdens je volgende vakantie of citytrip precies weet wat je moet kiezen.
Onbekend maakt onbemind en dat zou jammer zijn in het geval van enkele typische Limburgse gerechten. Ga je voor de volle Limburg-beleving, dan ontkom je er niet aan om je onder te dompelen in de Limburgse keuken. Dat is alles behalve een straf! Van sommige gerechten schrikt de naam wellicht een beetje af, zoals zuurvlees of konijn in het zuur, maar wacht maar tot je het geproefd hebt… Sowieso bestellen voordat je weer naar huis gaat!
Zuurvlees
Op de absolute nummer één van typisch Limburgse gerechten die je geproefd moet hebben voordat je naar huis gaat, staat onbetwist: zuurvlees. Als niet-Limburger zou de naam kunnen afschrikken, maar het is dan ook zúúrvlees en niet zuur vlees. Als de klemtoon nog niet helpt, zal het traditionele hoofdingrediënt dat ook niet doen. Dat is namelijk paardenvlees. In vroeger tijden was dit taai armeluisvlees van oude paarden, waarbij de bereiding in het zuur het vlees weer lekker mals maakte.
Gelukkig was er volop zelfgemaakte appelstroop en peperkoek (Limburgs voor ontbijtkoek) om de boel weer lekker zoet te maken. Andere smaakmakers zijn laurier, peper en kruidnagel. Zuurvlees is dan ook een vleesstoof met zoetzure saus en het staat op iedere rechtgeaarde Limburgse menukaart. Tegenwoordig wordt vaak rundvlees in plaats van paardenvlees gebruikt. Zeker bestellen!
Zelf maken? Visit Zuid-Limburg heeft het recept voor zuurvlees voor je klaarstaan.
Limburgse asperges op klassieke wijze
Asperges groeien volop in de arme zandgronden van Noord-Limburg. Je herkent de fragiele en pluizige sprieten van de aspergeplant meteen zodra je ze eenmaal hebt gezien. Onder de grond groeien de stengels. Omdat ze niet aan het daglicht komen, blijven ze wit. Zouden ze bovengronds komen, kleuren ze groen: de groene asperge (het is dezelfde plant).
Limburg staat bekend om de witte asperge, niet voor niets het witte goud genoemd. Bereiden kan op allerlei manieren: in de soep, met zalm, in een quiche, maar er is maar één klassieke wijze. Dat is een bundeltje kaarsrechte (AA = topkwaliteit) witte asperges midden op je bord. Hieromheen een plakje ham en een gekookt ei erbij (gepocheerd is nog lekkerder). Als laatste een flinke lepel Hollandaisesaus en vaak worden er jonge krieltjes bij geserveerd.
Thuis al genieten? Klik hier voor meerdere asperge recepten.
Romige paddenstoelensoep
Limburg heeft een heel romantisch verleden met de champignon. Vroeger werd er in de mergelgrotten van Zuid-Limburg op grote schaal champignons gekweekt. Het is er vochtig en altijd constant qua temperatuur. Inmiddels heeft Noord-Limburg de champignonteelt overgenomen en dat op een enorme schaal.
Behalve champignons worden er allerlei paddenstoelen gekweekt in Limburg, waarvan sommige oesterzwammen zelfs op koffiedik. Samen kunnen die verschillende soorten, zoals shiitake en portobello’s, heerlijk in de soep. De Limburgse keuken is niet heel caloriearm, dus verwacht een stevig soepje met nogal wat room.
Konijn in het zuur
Dit typische Limburgse gerecht moet heel raar klinken als toerist. Toch is de naam een waarheidsgetrouwe weerspiegeling van het gerecht. Konijn in het zuur (knien in ‘t zoer) is niet veel anders dan een konijn in het zuur, met wat extra smaakmakers.
Het gerecht is goed te vergelijken met zuurvlees, alleen zijn konijnenbouten hartstikke mals en dat maakt dit gerecht toch wel heel anders. In Limburg wordt knien in ’t zoer vaak gegeten tijdens de kerstdagen, dat geeft wel aan hoe verankerd het is in de Limburgse tradities. Sowieso proeven dus!
Limburgs pasteitje
Pasteitjes zijn kleine ronde tonnetjes van roomboterbladerdeeg met een dekseltje erop. Je krijgt ze – in ieder geval in Limburg – gewoon in de supermarkt. Het dekseltje word eruit gesneden en dan worden ze overdadig gevuld met kippenragout of champignonragout. De ragout hoort over het bord te stromen en het dekseltje gaat er weer bovenop. Het ziet er een beetje uit als een overgekookte pan.
In Limburg staat dit stevige gerecht vaak op de lunchkaart. Het wordt meestal geserveerd met frietjes, dus zorg van te voren voor grote honger… Dit gerecht wordt vaak op een zondag of een ‘makkelijke’ kookdag gegeten, maar traditioneel op Heilige avond (24 december) nadat je thuiskomt van de kerstmis. Eigenlijk kan dit het hele jaar op tafel!
Proef hier zelfs een echt Limburgs pasteitje!
Linzenvlaai
De Limburgse vlaai wie kent het niet? Het is bij uitstek de bekendste Limburgse lekkernij. Antje van de Statie verkocht vlaaien aan reizgers op het treinstation van Weert, de verspreiding van de vlaai is dan ook aan haar te danken. De traditionele vlaai wordt gemaakt van een gistdeeg waardoor het ook zeker niet te verwarren is met een taart. De vlaai is erg divers door de verschillende vullingen. De linzenvlaai was vroeger erg populair doordat deze langer houdbaar was als anderen vlaaien, nog steeds wordt de linzenvlaai veel gegeten. Wist je dat er in de linzenvlaai helemaal geen linzen zitten, het grote verschil met de traditionele vlaai is het gebruik van koekdeeg in plaats van het bekende gistdeeg. In linzenvlaai zit vaak een vulling van fruit of jam. De linzenvlaai wordt in de volksmond ook wel toert genoemd.
Wil je graag zelf een linzenvlaai bakken? Hier het recept voor linzenvlaai.